Opiniez.nl

Afghaanse sprookjes en sprookjesvertellers

Fabeltjes van falende politici

TitelfotoMajor General Onno Eichelsheim en minister Ank Bijleveld staan de pers te woord na afloop van het Afghanistan debat in de Ridderzaal (18 augustus 2021) door Roel Wijnants,
gepubliceerd onder 
CC BY-NC 2.0.

Politici houden van sprookjes en ze vertrouwen er op dat we die geloven. De Taliban zou het Afghaanse leger absoluut niet kunnen verslaan, sprak Biden. Toen dat wel gebeurde heette het dat er toch veel is bereikt in Afghanistan, en dat Nederland ook in toekomst te hulp moet schieten als de internationale gemeenschap daarom vraagt. Blijven ze in die sprookjes geloven? Een bijdrage van Freek van Beetz.

In het programma Nieuwsuur van maandagavond 16 augustus, blikten twee oud-bewindslieden, Henk Kamp (oud-minister van o.a. Defensie) en Jaap de Hoop Scheffer (oud-secretaris-generaal van de NAVO) terug op de Nederlandse inzet in Afghanistan. Op dezelfde avond werd in Op1 oud-minister van Defensie Eimert van Middelkoop het vuur na aan de schenen gelegd. Allen waren somber en misschien ook wel oprecht onthutst over de recente snelle herovering van de macht door de Taliban en de voor hen onverwachte ondergang van het bewind in Kaboel.

 

Smadelijke aftocht

De iconisch geworden foto’s van de aftocht in Saigon (1975) verbleken bij de taferelen van de smadelijke en vooral chaotische terugtocht – of aftocht – van de Amerikanen op de luchthaven van Kaboel. En dat terwijl president Biden en andere Amerikaanse autoriteiten nog maar een paar weken geleden met grote stelligheid verklaarden dat de beelden van de terugtocht uit Vietnam zich nu zeker niet zouden herhalen. Het met het modernste materieel bewapende Afghaanse leger van 300.000 man zou het stelletje ongeregeld van de Taliban met gemak kunnen weerstaan.

Nou, dat hebben we geweten.

“Op papier zag het er allemaal goed uit,” gaf Van Middelkoop toe toen hij het had over het Afghaanse leger, dat destijds Kamp Holland met veel ceremonieel van de Nederlandse eenheid overnam, maar waarvan toen al duidelijk was dat het in de praktijk niet veel voorstelde. In de woorden van Van Middelkoop: de verwachtingen over het Afghaanse leger zijn niet bewaarheid…

 

 

Tevredenheid

Niettemin kijken de drie voormalige bewindslieden met trots en tevredenheid terug op de resultaten van de Nederlandse inzet – ook al was die maar tijdelijk – en al lijken alle verworvenheden nu voor lange tijd weggevaagd in de gebieden, waar de Nederlandse militairen en politiemensen actief waren. Het was, hielden ze vol, ondanks al die slachtoffers, ondanks al die moeite en al dat geld, toch niet voor niets geweest. Dat was de teneur.

Maar is dat ook zo?

 

Sprookjes

Politici houden van sprookjes, daarom vertellen ze die en vertrouwen ze erop dat we die geloven.
Sprookjes, zoals die in de toespraak van President Biden in juli: “The likelihood there’s going to be the Taliban overrunning everything and owning the whole country [of Afghanistan] is highly unlikely,” (……) “There’s going to be no circumstance where you see people being lifted off the roof of an embassy.”

Toen kwam de beschamende aftocht van de Amerikanen uit Kaboel. De beelden van het vertrekkende reusachtige transportvliegtuig op de luchthaven, omringd door wanhopige, voornamelijk (jonge) mannen, waarvan velen zich radeloos en redeloos aan vleugels en landingsgestel vastklampten, zullen voor altijd op ons netvlies geëtst blijven. Deze beelden zullen die van de overhaaste evacuatie uit Saigon (30 april 1975) uit ons geheugen verdringen.

 

Waarom zie je trouwens toch vooral jonge mannen in de weerbare leeftijd op de vlucht, mannen die hun familie, meisjes en vrouwen onbeschermd achterlaten?

 

Teheran

In veel Amerikaanse commentaren wordt trouwens eerder een vergelijking getroffen met de vernederende bezetting (1979) van de Amerikaanse ambassade en gijzeling van het diplomatieke personeel in Teheran onder president Jimmy Carter, die meteen alle glans, of wat daar toen nog van over was, van zijn presidentschap verloor.

Na de toespraak van Biden, waarin hij zijn besluit tot aftocht verdedigde, schreef de Wall Street Journal bitter: “The world has seen a President portraying surrender as an act of political courage, and retreat as strategic wisdom. As we write this, the world’s rogues are looking for ways to give him a chance to deliver a similar speech about other parts of the world.”

 

Donaties van Kaag

Wij hebben ze hier ook, die sprookjesvertellers: sprookjesverteller Kaag, die maar weer eens Nederlands belastinggeld in de bodemloze put gooide die Afghanistan heet. Zij sprak in november tijdens een internationale donorconferentie in Afghanistan de intentie uit om Afghanistan met ‘een ontwikkelingsinzet’ van maximaal 200 miljoen euro te blijven steunen. Deze steun was weliswaar gebonden aan voorwaarden, zoals voortgang bij hervormingen – waaronder anti-corruptiebeleid- en behoud van verworvenheden, in het bijzonder de gelijke rechten voor vrouwen en meisjes. Ik ben benieuwd of het bedrag al is overgemaakt (of teruggevorderd zal worden….).

 

 

Doshtum

Ik ben er trouwens ook wel nieuwsgierig naar of politici, die naar Afghanistan afreisden, ooit zijn ontvangen in de woning (!!!) van de inmiddels schielijk naar Turkije gevluchte Afghaanse generaal (‘Maarschalk’) Abdul Rashid Dostum, krijgsheer en oud-vicepresident, die al carrière maakte onder het communistische regime. De Maarschalk hield er klaarblijkelijk een andere levensstijl op na dan pakweg (denk ik zo) de Bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten….

 

 

Corrupt

Het bestuur daar is door en door corrupt, gaf Van Middelkoop toe. Maar dat weerhield al die sprookjesvertellers er niet van om geld en middelen te blijven doneren, om daarna weg te kijken bij hoe dat geld weglekte, al dan niet via onduidelijke NGO’s die daar met (belasting-)geld van voornamelijk Buitenlandse Zaken allerlei vage taken verrichten. Maar de sprookjesvertellers (zoals de uitgezonden ‘genderexperts’) willen ons doen geloven dat de bevolking van Afghanistan op Haagse hobby’s zit te wachten.

 

 

Sprookjes, ook van onze politici over de succesvolle opbouwmissie, zoals minister Bijleveld: “Het was niet voor niets, de Afghanen weten nu dat het anders kan….”

Tja, dat zal ze helpen in deze bange dagen.

 

Kamerbrief

Nog op 18 juni jl. schreven de ministers Kaag en Bijleveld aan de Tweede Kamer dat in de twintig jaar Nederlandse inzet in Afghanistan niet alleen grote militaire offers zijn gebracht en veel is geïnvesteerd, maar dat ook belangrijke resultaten zijn geboekt. “De huidige Afghaanse veiligheidssector is nagenoeg van de grond af aan opgebouwd, de toegang tot het onderwijs is verbeterd en de Afghaanse levensverwachting is toegenomen. In Afghanistan zetelt inmiddels een democratisch verkozen regering, er is sprake van mediavrijheid en er bestaat een actief maatschappelijk middenveld.”

Maar toen was er ook al reden tot zorg: “De situatie in Afghanistan is erg onvoorspelbaar en ontwikkelt zich momenteel niet in positieve zin. De risico’s van groeiende invloed van de Taliban zijn bekend, zoals ten aanzien van onafhankelijke rechterlijke macht, ruimte voor het maatschappelijk middenveld, vrijheid van meningsuiting en gelijke rechten voor vrouwen en meisjes.”

 

Haagse realiteit

Toch was het geloof in sprookjes nog niet aangetast (…): “Een wijziging in het politieke bestuur, als gevolg van een inclusief en vreedzaam intra-Afghaans vredesproces, zal, schrijven de bewindslieden, zeer waarschijnlijk een positief effect hebben op de duurzaamheid van de Nederlandse inzet, de wijze waarop en de context waarin deze vorm krijgt.”

In dezelfde uitzending van Op1 wees Jeroen Pauw er nog maar eens op hoe ver de Haagse werkelijkheid staat van de realiteit ter plekke: in Den Haag sturen mannen en vrouwen Nederlandse militairen op weg met onwerkbare rules of engagement, die niet aansluiten op de werkelijkheid.

 

GroenLinkse voorwaarden

Dan schieten mij die malle voorwaarden te binnen die GroenLinks verbond aan haar instemming met de politiemissie naar Kunduz (2011). Die op te leiden Afghaanse politiemensen mochten van GroenLinks niet zelf gaan schieten en ook niet bij offensieve operaties worden ingezet: “Waar eerst het accent lag op paramilitaire activiteiten, is dat nu verschoven naar echte civiele componenten. Zo komt er meer aandacht voor mensenrechten, etnische en culturele verschillen, corruptie, wetskennis en vrouwenrechten. Ook komen er voor alle agenten die wij opleiden lessen in lezen en schrijven. (…..)”

 

 

Dat heeft de opmars van de Taliban in elk geval niet belet en het is zeer de vraag hoe die vrouwenrechten nu worden gewaarborgd en beschermd…

Maar ‘het stelletje mafketels”, zoals Plasterk GroenLinks beschreef, kan de handen in onschuld wassen…

 

Wijs?

Oud-minister Van Middelkoop stelde vast: “Het zag er op papier goed uit; het is niet gelukt, we hadden niet moeten gaan…” Niels Roelen, die als majoor in het Nederlandse leger zelf naar Afghanistan was uitgezonden, schreef deze week in Wynia’s Week dat het niet voor niets is geweest: “Het heeft ons geleerd dat de Nederlandse militairen waar voor hun geld bieden. Dat ze onder zware omstandigheden hun werk naar eer en geweten doen.”

Maar dat heeft ook niemand ontkend; de vraag blijft of die inzet wijs is geweest. Daarover zegt hij dat de Afghaanse ervaring ons heeft geleerd dat ‘de politiek’ niet moet besluiten tot missies waarbij ze het probleem niet helder voor ogen hebben en er al evenmin de concrete oplossing voor weten.

Kamp en De Hoop Scheffer waren in Op1 nogal stellig: we zouden het weer moeten doen, als ‘de internationale gemeenschap dat van ons vraagt’, want volgens artikel 90 van onze Grondwet moet de regering de internationale vrede en veiligheid bevorderen en de mensenrechten beschermen.
Alsof dat een voldoende grond is voor het inzetten van Nederlandse militairen in een onbekend buitenland.

Geloven ze in sprookjes?

 

Gefaald

In Foreign Affairs (16/8) schreef P. Michael McKinley, voormalig Amerikaanse ambassadeur in Afghanistan: “We failed in our approach to counterinsurgency, to Afghan politics, and to ‘nation building.’ We underestimated the resiliency of the Taliban. And we misread the geopolitical realities of the region.”

Of in de woorden van Niels Roelen: “Ze (politici) moeten niet ingrijpen in landen waarvan ze de geschiedenis en de cultuur onvoldoende kennen. Doen ze dat wel, dan is dit alles voor niets geweest en zullen onze militairen ook in de toekomst met een onduidelijke en onmogelijke opdracht op pad gestuurd worden.”

Daar is alles mee gezegd.