Opiniez.nl

Alarmisme en paniekzaaierij in de klimaatdiscussie helpen niet

Dogmatisch modelfetisjisme leidt nergens toe

Titelfoto:

De klimaatconferentie – met maar liefst 30.000!! deelnemers – in het Egyptische Sharm-el-Sheikh is deze week van start gegaan. Om ons enthousiast te maken bedacht de NPO een Klimaatweek. Met allerlei programma’s (“vanuit onze klimaatstudio”, wie verzint zoiets?) moeten de burgers van dit land ervan doordrongen worden dat ons een grote catastrofe te wachten staat als we niet als de wiedeweerga ons gedrag veranderen. Maar hoe zeker zijn deze rampzalige scenario’s? Een column van Freek van Beetz.

Niet dat de programma’s in de Klimaatweek bij de kijkers hoog scoren, maar een beetje propaganda – of (her-)opvoeding – moet kunnen, dachten ze in Hilversum blijkbaar. En het ministerie van klimaatminister Rob Jetten deed alle moeite om er met spotjes en ander publicitair tromgeroffel een ‘leuke’ actieweek van te maken: de ambities moeten worden opgeschroefd en de burger in het gareel gezet – ‘bewust gemaakt’, heet dat dan – alsof we al niet onophoudelijk met ‘klimaat’ en ‘stikstof’ om de oren geslagen worden in de media.

We moeten weer eens iets

De ‘kwaliteitskranten’ dragen daar maar al te graag een steentje aan bij (we ‘moeten’ steeds iets; de kansel in de kerk is ingeruild voor de redactieburelen) met zorgvuldig gearrangeerde en gedoseerde opiniestukken. De gewenste boodschap moet erin geramd worden. Ik schreef al eens dat de wijze waarop de burgers hier door de media nogal eens worden aangesproken mij doet denken aan die in het voormalige Oostblok.

Dat de ‘bloemenkinderen’ uit de geprivilegieerde milieus (zie hun inmiddels schielijk verwijderde foto’s van verre reizen op Instagram) van Extinction Rebellion de gelegenheid te baat nemen voor het voeren van acties en bij voorbaat kunnen rekenen op bijval door columnisten en andere deugers, is dan ook meegenomen in een tijd waarin ons steeds alarmerender onheilstijdingen worden voorgeschoteld: de Apocalyps lijkt onafwendbaar.

In de fik

Is er dan geen enkele reden tot bezorgdheid? Misschien wel, maar ik weiger te geloven dat het einde van onze planeet nabij is als ons land die – zelf geformuleerde – klimaatdoelen in 2030 niet heeft gehaald. Toch wordt ons dat, vooral door de alfa’s van GroenLinks, Greenpeace en van de Partij voor de Dieren, ingepeperd. “De wereld staat in brand”, twitterde Klaver.

“De wereld staat in de fik”, papegaaide zijn fractiegenote Suzanne Kröger hem na. En dat terwijl de bijdrage van Nederland aan de mondiale uitstoot nog geen 0,4% bedraagt. Om dat in perspectief te zetten: China, India en Rusland zijn verantwoordelijk voor maar liefst meer dan 40 procent van alle CO2-uitstoot in de wereld (en sturen hun staatshoofd niet naar Sharm-el-Sheikh).

Onheil

Advertenties
RAPPORTEER DEZE ADVERTENTIE

 

Heel veel van dat veronderstelde en kennelijk niet te keren onheil, tenzij we ophouden vlees te eten, korter douchen en niet meer vliegen, is gebaseerd op uitkomsten van ingewikkelde berekeningen in complexe modellen, waarin tal van wetenschappers (IPCC) hun bevindingen hebben ingebracht. Maar die uitkomsten vormen geen ‘voorspelling’: ze geven mogelijke richtingen aan, zie de columns van onder andere dr. Ferdinand Meeus op OpinieZ. Ook buiten Nederland zijn er gerenommeerde wetenschappers die kritische geluiden laten horen, maar die worden uit onze media geweerd.

Vergaat de planeet dan echt in 2030, als de doelen uit het regeerakkoord niet worden gehaald, zoals Klaver c.s. beweren? Dat is toch echt hoogst onwaarschijnlijk, schrijft Arnout Jaspers in Wynia’s Week in het artikel “Wanneer gaat die klimaatramp nu echt toeslaan?”

Glijdende schaal

Tot mijn verbazing liet ook weerman en glacioloog Peter Kuipers Munnike in de NRC een veel genuanceerder verhaal horen dan al die onheilstijdingen waarmee al die ‘aanzeggers’ in politiek en media ons dagelijks stenigen. “We moeten af van het idee dat het ooit te laat is om nog iets aan de opwarming van de aarde te doen. Dat is het namelijk nooit.” Voor heel veel klimaatprocessen geldt de glijdende schaal, stelt hij. “Er bestaat geen scherp afgebakende temperatuur waarbij er ineens grote rampen op ons af komen. Het is niet zo dat er bij anderhalve graad niets gebeurt, en bij 1,6 plotseling van alles.” (…)“Als we het doel van anderhalve graad opwarming niet halen, is er geen enkel argument om het beperken van onze broeikasuitstoot dan maar op te geven.”

Kantelpunten

Zijn er dan wel kantelpunten in het klimaat, zoals het smelten van de West-Antarctische ijskap, wat uiteindelijk vele meters zeespiegelstijging oplevert? Ook die rampaanzegging wordt door Kuipers Munneke genuanceerd: “Bij een opwarming van meer dan anderhalve graad wordt het waarschijnlijk dat het smelten onherroepelijk in gang wordt gezet. (…..) Maar dan nog is er geen reden om de handdoek maar in de ring te gooien als je het kantelpunt voorbij bent. Bij een kantelpunt hoort namelijk altijd een tijdschaal. Als je een kantelpunt maar een heel klein beetje overschrijdt, duurt het kantelen voor bijvoorbeeld het smelten van West-Antarctica of het dooien van de permafrost nog eeuwen. Maar als je een kantelpunt heel fors overschrijdt, kan het veel sneller gaan. Hoe meer je de opwarming beperkt, hoe meer tijd je koopt om te bedenken hoe je met de gevolgen van een overschreden kantelpunt om wilt gaan.”

Voorspellende waarde

Nu weet ik ook wel dat sceptici meteen als ‘klimaatontkenners’ bij het grofvuil worden gezet. Zie de denigrerende en journalistiek onwaardige wijze waarop dr. Ferdinand Meeus onlangs in Nieuwsuur werd afgeserveerd. Maar er zijn heus wel meer redenen om kritische kanttekeningen te plaatsen bij de voorspellende waarde van modellen, zoals bijvoorbeeld Pieter Omtzigt liet zien in het debat over de herziening van het pensioenstelsel. Er zijn nu eenmaal onverwachte gebeurtenissen die niet in modellen worden meegenomen: de huidige extreme inflatiecijfers waren in de berekeningen niet voor mogelijk gehouden.

Hetzelfde gold voor de kredietcrisis van 2008: geen enkel economisch model had die voorzien. De huidige klimaatmodellen hebben geen rekening gehouden met onverwachte ontwikkelingen op het wereldtoneel, zoals de oorlog in Oekraïne, de nog onbekende uitkomst daarvan en de wederopbouwbehoefte daarna. Evenmin met mogelijke spanningen in Azië (China, Korea, Taiwan); die hebben allemaal gevolgen voor de economische ontwikkeling, de energievoorziening en handelsstromen en dus ook voor de uitstoot van CO2.

Rode luchten

En zo stuitte ik onlangs op verschijnselen die ik tot nu toe in de discussie over klimaat en temperatuurstijging niet ben tegengekomen. Naar aanleiding van een schilderijenexpositie heb ik me wat meer verdiept in de Engelse schilder William Turner en diens beroemde rode luchten. Die rode luchten zijn een gevolg van een van de grootste vulkaanuitbarstingen uit de geschiedenis: de Tambora (Soembawa, Indonesië, 10 april 1815). De eruptie veroorzaakte niet alleen tienduizenden doden, maar beïnvloedde ook het klimaat voor een aantal jaren: de vulkanische as reikte tot 43 km. hoogte. Dit leidde ook tot ‘het jaar zonder zomer’ (1816), tot extreme zomermoessons in Inda en China, mislukte oogsten (hongersnoden in Europa), een extreem koude winter en ….. twee maanden na de uitbarsting: bloedrode zonsondergangen boven Europa. Die legde Turner in Londen dus vast. Een begrijpelijke uitleg is in onderstaande video te vinden, in het Frans.

Advertenties
RAPPORTEER DEZE ADVERTENTIE

 

Alhoewel klimatologen het effect van de meeste vulkaanuitbarstingen op het klimaat ‘verwaarloosbaar’ achten, zijn uitzonderingen heel goed denkbaar: zo wordt de uitbarsting van de Tambora vergeleken met die van de Samalas in 1257, die mogelijk medeoorzaak was voor het begin van de Kleine IJstijd…

Gezond verstand

Houden modellen wel rekening met dit soort onverwachte (maar toch ingrijpende) gebeurtenissen? Geven modellen, met scenario’s die ons een blik in de toekomst moeten geven, wel met zekerheid die toekomst aan? Nee, ze laten hooguit zien wat de koers zou kunnen zijn. Het is aan ons om met verstandige maatregelen bij te sturen. Alarmisme en paniek (“onze planeet staat in brand”, “de natuur staat op omvallen”) helpen ons niet verder. Wel gezond verstand, innovatie en adaptatie. We moeten op een verstandige manier inspelen op veranderende omstandigheden en niet domweg vasthouden aan in het verleden in andere omstandigheden in een regeerakkoord vastgelegde ‘doelen’, maar ondogmatisch aankoersen op het gewenste resultaat. Kernenergie omarmen en niet uitsluiten of slechts schoorvoetend tegemoet treden.

Daarom moeten we altijd kritisch blijven als politici beweren dat ‘De Wetenschap’ iets heeft aangetoond wanneer ze op uitkomsten van modellen wijzen. Het pensioendebat heeft dat laten zien. Ook in de klimaatdiscussie betekent een kritische benadering van wat ons volgens modellen te wachten staat niet, dat je daarmee ‘klimaatontkenner’ bent.

Alarmisme, dwang en dreiging brengen ons niet verder.

Vond je dit artikel goed? Steun Freek van Beetz via pinchas.backme.org.