Opiniez.nl

Het beklagenswaardige lot van de adviseur

Kritische houding tegenover wetenschappers blijft nodig

“Een adviseur is een beklagenswaardige figuur”, sprak een oud-collega toen ik als adviseur naar de Antillen afreisde: “Als je het goed doet, gaat een ander met de eer strijken, als je het fout doet ben je de kop van Jut”… Aan deze wijze woorden moet ik deze dagen nogal eens terugdenken.

De Corona-crisis geeft ook aanleiding tot allerlei interessante – en ook minder interessante – oprispingen, debatten en gedachtewisselingen. Zoals vanochtend, toen de hoofdredacteur van de Volkskrant Pieter Klok in het radioprogramma Spraakmakers in alle oprechtheid alle media meende te moeten oproepen om viroloog Ab Osterhaus geen podium meer te geven.

Die Osterhaus liep met zijn afwijkende mening de baas van het RIVM maar voor de voeten, terwijl in een tijd als deze we eendrachtig achter de aanbevelingen van het gerenommeerde RIVM zouden moeten staan, aldus de hoofdredacteur van een krant, die prat gaat op kritische journalistiek.

 

Twijfel mag niet

Kennelijk mag niet meer worden getwijfeld aan de adviezen. Nu heb ik geleerd dat wetenschap en kennis alleen maar kunnen gedijen in een klimaat van twijfel en debat, maar dat is nu kennelijk niet meer geoorloofd. Geen misverstand: ik geloof best dat het RIVM een instituut is dat kan bogen op een uitstekende reputatie, al is die, als ik Simon Rozendaal in zijn blog mag napraten, dan toch vooral toe te rekenen aan de “Volksgezondheidspoot” van dat instituut.

 

RIVM

Dat ook over de adviezen van als excellent bekend staande instellingen en gezaghebbende wetenschappers als professor Jaap van Dissel (directeur Centrum Infectiebestrijding van het RIVM) een zekere reserve op zijn plaats is, blijkt wel uit de ontnuchterende tijdlijn van Elsevier over de – achteraf gebleken – verkeerde inschattingen van het RIVM over de ernst van de Corona-epidemie.

“Natuurlijk heeft hij (Van Dissel) achteraf verkeerde inschattingen gemaakt, zoals bijna iedereen in Nederland (en Europa). Eind januari dacht Van Dissel nog dat de corona-epidemie in China zou blijven hangen (‘als de ziekte in ons land opduikt, zal het waarschijnlijk beperkt blijven tot enkele besmettingen’)” schrijft Simon Rozendaal op zijn blog vergoelijkend over deze “nuchtere overtuigende en gezaghebbende arts”. Volgens hem verdient Van Dissel en consorten (Rutte: “Jaap en zijn mannen”) in deze crisissituatie een breed gedragen vertrouwen.

 

Scheiding verantwoordelijkheid

Nu is in mijn ogen niet zozeer het vertrouwen in adviseurs aan de orde, maar de scheiding van verantwoordelijkheid tussen adviseurs en politici: die lijkt in tijden van crises aan corrosie onderhevig.

Zo had ik met een vriend een stevige discussie over de reactie van in het bijzonder de oppositie over de beleidsmaatregelen van het kabinet-Rutte en de kritiek daarop vanuit (vooral de sociale) media en vanuit de oppositie. Die vriend moet het so wie so niet hebben van wat hij met weerzin ‘die populisten’ noemt en vond dat Wilders en Baudet (die hij als ‘pseudo-intellectuele charlatans’ omschreef) het beter meenden te weten dan de wetenschappers die ervoor hebben doorgeleerd.

De lezer heeft kunnen zien dat ook binnen de kringen van OpinieZ heel verschillend wordt gedacht over de keuzes die het kabinet, op basis van adviezen van het RIVM, heeft gemaakt. Iedereen is immers tastende. En in zo’n situatie is het niet bijzonder dat adviseurs een belangrijke rol spelen en vanachter de coulissen op het podium worden geduwd.

 

Onvolledige kennis

Zo werden in de Corona-crisis de schijnwerpers gericht op de deskundigen van het RIVM, met name op Van Dissel. Nu zijn we in Nederland nogal snel geneigd om Nederlandse wetenschappers op het schild te hijsen, maar zelfs minister Bruins moest toch erkennen dat niet naar de opgedane ervaringen in Aziatische landen als Singapore, Taiwan en Zuid-Korea was gekeken. Hadden ze dat maar gedaan en hadden die gerenommeerde adviseurs maar aangedrongen op de tijdige aankoop van mondkapjes, testsets en beademingsapparatuur!

In Het Parool verklaarde RIVM-woordvoerder Harald Wychgel: “Je communiceert op basis van wat je op dat moment weet. En destijds wisten we minder dan nu. Je weet niet alles en dat maakt communicatie en advies heel erg lastig in deze situatie. De maatregelen die we adviseren zijn steeds gebaseerd op onze kennis van dat moment.”

Die kennis was dus op z’n minst niet volledig en we liepen dus achter de feiten aan. Dat is ons duur komen te staan!

 

Politici beslissen

Wetenschappelijke kennis en adviezen zijn onmisbaar voor beleid, maar politici hebben een eigen rol en een eigen verantwoordelijkheid: politici beslissen op grond van die inzichten. Hun rol en taak is om die adviezen te toetsen aan hun eigen inschatting van het politieke krachtenveld en aan de maatschappelijke gevolgen van de gemaakte keuzes, en zich daarachter niet te verschuilen.

Zeker in een tijd als deze, met een pandemie van ongewisse omvang waarvoor vooralsnog geen remedie is gevonden, mag een kritische houding, ook tegen gerenommeerde wetenschappers, niet bij voorbaat verdacht worden gemaakt.

Of zoals ik die vriend – op basis van mijn jarenlange ervaring als politiek adviseur – schreef:
“Er is niets mis mee als politici zich baseren op wetenschappelijke kennis, maar wetenschappers adviseren, politici nemen besluiten en (echte) charlatans vallen (uiteindelijk) heus wel door de mand.”