Opiniez.nl

Het is inderdaad hoog tijd voor een beleidsmoratorium

Even geen onuitvoerbare nieuwe maatregelen meer

Foto:

“We hebben Nederland veel te ingewikkeld gemaakt,” verzuchtte Arno Visser, president van de Algemene Rekenkamer onlangs. Beleidsmakers produceren massa’s papier voor weer nieuw ‘beleid’, maar de werkelijkheid is weerbarstig: er kan niets meer gebouwd of aangelegd worden vanwege ‘stikstof’ en verouderde ICT verhindert zelfs het oplossen van kleine problemen. Wordt het geen tijd voor een pas op de plaats in dit vastgelopen land, oftewel een beleidsmoratorium, vraagt Freek van Beetz zich af. 

Het was bijna een vast punt op onze ‘heide-dagen’, vroeger: “Doen we de goede dingen en doen we die dingen goed?” Dat kwam weer bij me op toen ik het afscheidsinterview met de vertrekkende President van de Algemene Rekenkamer, Arno Visser, las in EW, 31 december 2022.

Schijnwereld van beleidsmakers

Een opmerkelijk openhartig vraaggesprek, waarin Visser, niet voor het eerst overigens, kritiek uit op het functioneren van de Nederlandse overheid. “We hebben Nederland veel te ingewikkeld gemaakt,” verzuchtte hij. We moeten volgens hem af van de schijnwereld waarin ‘beleidsmakers’ (van dat woord moet hij trouwens niets hebben, want die ‘beleidsmakers’ maken volgens hem toch vooral – en ook nog heel veel – papier) elkaar gevangen houden in een wereld van constructies, beleidsconstructies (modellen, schema’s, stroomschema’s, financieringssystemen, bekostigingssystemen).

Visser bepleit, wat hij noemt, een “paradigma-wisseling”: iedereen in het openbaar bestuur zou een pas op de plaats moeten maken en bestuur en de bestuurscultuur kritisch tegen het licht moeten houden: een moratorium op nieuw beleid, op nieuwe rapporten. Zou dat kunnen: zo’n moratorium, een pas op de plaats? Een periode voor bezinning op het openbaar bestuur en hoe dat anders, voor de burger toegankelijk en inzichtelijk, kan functioneren? Want de tijd dringt: de overheid lijkt op tal van terreinen vast te lopen in een moeras van bijna onoplosbare problemen.

Kritieke situatie bij Belastingdienst

Ik moest aan zijn woorden denken toen ik in de NRC afgelopen weekend las over de kritieke situatie bij de Belastingdienst: naast problemen met decennia-oude computersystemen, die slechts met grote moeite en tegen elk jaar stijgende kosten in de lucht worden gehouden (de afgelopen tien jaar stegen de ICT-kosten bij de Belastingdienst van 469 miljoen tot 849 miljoen euro), kampt de Dienst met ernstige personeelstekorten en wordt die vanuit de Tweede Kamer bestookt met voorstellen, met een wildgroei aan fiscale regelingen tot gevolg. Zelfs deskundigen van naam zeggen daarin het spoor bijster te raken. Staatssecretaris Marnix van Rij erkende in een brief aan de Kamer dat de dienst kampt met een “samenkomst van uitdagingen” en dat er “onvoldoende capaciteit” is “om alle beleidsmatige en politieke wensen uit te voeren”.

Advertenties
RAPPORTEER DEZE ADVERTENTIE

 

De komende jaren wil het kabinet de belastingregels vereenvoudigen – iets wat het vorige kabinet ook van plan was. Maar toen de staatssecretaris in november de vraag kreeg hoe hij die vereenvoudiging precies wilde aanpakken, bleek er nog geen plan te zijn. Het is de vraag of de veelgeplaagde Dienst en de gammele ICT een systeemwijziging aankunnen. Al in 2019 schreven ambtenaren in een interne notitie dat ze bij de modernisering van de ICT “niet de voorgenomen stappen [konden] zetten” omdat de vele veranderingen in wet- en regelgeving te veel van hun aandacht opeisten. Zij bepleitten daarom een “beleidsmoratorium”, oftewel het stopzetten van alle nieuwe wetgeving tot de oude computersystemen waren vervangen.

Vastlopen

Een herkenbaar beeld, helaas. Want de overheid loopt ook op andere terreinen – we schreven er op OpinieZ al vaker over – vast, omdat de steeds hoger opgeschroefde politieke ambities en verwachtingen botsen op grenzen van wat onze samenleving en het bestuur aankunnen (en willen, zou ik daar nog aan willen toevoegen). We kennen de voorbeelden: woningbouw, achterstallig onderhoud aan de infrastructuur, stikstof, klimaat, immigratie.

We zien het ook met de ambities van minister De Jonge: die 900.000 woningen zullen er niet komen zolang het land ‘op slot’ zit. Ook de uitvoering van tal van urgente infrastructurele projecten zit vast, muurvast – ook al bedraagt het aandeel van de bouw in de stikstofneerslag in Nederland maar 0,6 % (Remkes) – allemaal door de uitspraak van de Raad van State, waarmee de zogeheten ‘bouwvrijstelling’ onderuit werd gehaald.
“Voor elk project is nu een extra stikstofberekening nodig. Dat kost veel tijd, niet in de laatste plaats omdat er een enorm tekort is aan ingenieurs die zo’n berekening kunnen maken.” (NRC 13 januari 2023).

Onzinnige modellen

In een vorige column wees ik al op de onzinnigheid van de gehanteerde modellen en de daarop gebaseerde ‘berekening’ van de stikstofdepositie: bij elk voorgenomen bouwproject moet met het (discutabele) AERIUS-model worden berekend hoeveel stikstof al die bouwactiviteiten teweeg kunnen brengen. Dat leidt tot een centimeters dik rapport, waarmee vervolgens ecologen aan de slag gaan om – alweer modelmatig – na te gaan welke effecten die theoretisch berekende stikstofuitstoot op een Natura 2000-natuurgebied kan hebben en of die – aldus berekende – uitstoot tot aantasting van de gewenste biodiversiteit zou kunnen leiden. Allemaal theoretische berekeningen: er wordt immers niets gemeten, want die activiteiten moeten nog plaatsvinden.

Modelgekte

In die column citeerde ik de kritische inleiding die Pieter Omtzigt hield voor de modellenbouwers van het Planbureau voor de Leefomgeving. Hij waarschuwde hen voor misbruik van de modellen: een modeluitkomst met een toename van 0,01 mol/ha/jaar (ja, zelfs zo’n minieme overschrijding leidt tot stagnatie of zelfs stopzetting van activiteiten!) zegt niets over een daadwerkelijke toe- of afname van de stikstofdepositie op dat natuurgebied. Omtzigt: “Dat betekent dat het gooien met een dobbelsteen een even redelijke manier is om te beslissen of deze vergunning wel of niet had kunnen worden verleend, als op basis van deze AERIUS-berekening.“ Niettemin gaat de overheid hardnekkig door met deze vorm van werkverschaffing voor rapportenschrijvers en ecologen. “Wie stopt de gekte?”, vraag ik me telkens vertwijfeld af.

Omgevingswet

Om bij de bouw te blijven: we hebben al een tijdje niets meer gehoord over de “Omgevingswet’, een ambitieus project (na jarenlange voorbereiding in 2014 door Rutte II ingediend en door beide kamers in resp. 2015 en 2016 aanvaard!), waarin tientallen wetten en honderden Algemene Maatregelen van Bestuur op het gebied van bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur worden gebundeld en die, daar ook al, tegen ICT-problemen aanloopt.

Het probleem is de software (Digitaal Stelsel Omgevingswet), die het voor overheden en voor burgers mogelijk moet maken om snel, met een druk op de knop, te kunnen zien wat wel en niet is toegestaan in de fysieke leefomgeving. Op papier prachtig, die beloofde vereenvoudiging, maar de invoering van die Omgevingswet is nu alweer voor de vierde keer uitgesteld: de ICT is nog niet op orde….

Advertenties
RAPPORTEER DEZE ADVERTENTIE

 

Het zoveelste hoofdpijndossier? Kun je ingewikkelde problemen wel oplossen met ingewikkelde – en kennelijk kwetsbare – instrumenten?

Moratorium

We hebben, zo zegt Visser, een onnodig complex bureaucratisch systeem gecreëerd, waarin elk gevoel van wederkerigheid tussen burger en openbaar bestuur is verdwenen. Maar is het openbaar bestuur nog “organiseerbaar, behapbaar en uitvoerbaar” (Visser) te maken? Is de kluwen nog te ontwarren? Is een moratorium denkbaar? In maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. De uitslag is bepalend voor de samenstelling van de Eerste Kamer en als de peilingen de politieke ‘temperatuur’ goed weergeven, zal de huidige coalitie nog naarstiger moeten sprokkelen om werkbare meerderheden te vinden: er wordt immers een stevige winst ter rechterzijde verwacht.

Val kabinet?

Het zou zo maar kunnen dat, bijvoorbeeld door hardnekkige verschillen van inzicht over immigratie, het kabinet Rutte IV voortijdig valt. Veel signalen wijzen in die richting. Een nieuwe formatie zou wel eens heel lang kunnen duren. Biedt dat ruimte voor zo’n moratorium? Een periode waarin toch geen nieuw beleid mag worden ontwikkeld, om de ingewikkelde dossiers nog eens tegen het licht te houden en te bezien of met creatieve vernieuwende(?) voorstellen, knopen kunnen worden ontward? Collega Rutger van den Noort gaf in zijn recente column met de kop: “We hebben en laf kabinet dat geen enkel probleem durft op te lossen” een prikkelende voorzet. Ik zou zeggen: nood breekt wet en van die nood valt dan wellicht een deugd te maken.

Vond je dit artikel goed? Steun Freek van Beetz via pinchas.backme.org.