Opiniez.nl
Nederland heeft de Ruimtelijke Ordening afgeschaft
Kabinet negeert gevolgen immigratie en bevolkingsgroei
Volgens De Telegraaf belegt het kabinet op 12 maart a.s. een speciale ‘Catshuis-sessie’ over migratie. In de ambtswoning van de minister-president zullen de leden van het kabinet Rutte III met experts praten over de gevolgen van bevolkingsgroei. Dat werd tijd, want – zoals ik al eerder schreef – die bevolkingsgroei loopt aardig uit de klauwen, althans voor regeringen die decennia lang verkondigden dat ons land ‘geen immigratieland’ is.
Het kabinet-Den Uyl zei het nog het meest pregnant in de Oriënteringsnota Ruimtelijke Ordening: “Diverse maatschappelijke doelstellingen die in de nota worden genoemd (gedoeld werd op vermindering van de verkeersmobiliteit en van het milieu- en ruimtebeslag) zijn daar ook op gericht; een voorbeeld daarvan is de stelling dat Nederland geen immigratieland mag zijn.”
Wij schrijven, ik zeg het nog maar eens: 1973…
Nederland Immigratieland
Na de eeuwwisseling werd duidelijk dat de realiteit niet langer ontkend kon worden: de cijfers logen er immers niet om. Feitelijk werd ons land, zonder dat daarover formele besluiten vielen, wel degelijk een immigratieland. In 2004 dacht het Centraal Planbureau (CPB) nog dat de instroom van migranten uit nieuwe EU-lidstaten tot in 2006 circa 7500 tot 15.000 personen zou bedragen. Dat aantal kwam bovenop ongeveer 10.000 seizoensarbeiders. Maar begin 2008 waren er volgens schattingen al minimaal 100.000 Oost-Europeanen en begin 2011 werden er bijna 200.000 geregistreerd.
Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stonden in 2017 alleen al 160.000 Poolse werkenden in Nederland ingeschreven en waren er daarnaast nog zo’n 90.000 Polen aan het werk, zonder ingeschreven te zijn. En dan heb ik het niet eens over de sinds 2015 toegenomen asielmigratie, met in het kielzog daarvan de gezinshereniging, waarmee asiel – ooit bedoeld als een tijdelijke voorziening – in feite (en bedoeld?) tot permanent verblijf is gepromoveerd.
Bevolkingsgroei genegeerd
Kortom: de immigratie viel niet meer te ontkennen, maar werd daar beleidsmatig ook rekening mee gehouden? Daar lijkt het niet op. Volgens diezelfde Telegraaf liggen er zelfs nu op de departementen nauwelijks plannen klaar om aan de toename van het inwonertal, waarvan de toegenomen migratie het hoofdbestanddeel vormt, het hoofd te bieden.
Ik schreef eerder dat politici de gevolgen van die bevolkingstoename en de daarmee samenhangende problemen hebben gebagatelliseerd of onder het tapijt hebben geschoven. Ik schreef daarin ook al over de noodsituatie op de woningmarkt: het woningtekort zal voorlopig niet afnemen, niet alleen door de stikstof- en PFAS-crisis (een zelf veroorzaakte crisis), maar ook door tekortschietende plancapaciteiten. Want in de planning is kennelijk onvoldoende met de toegenomen bevolkingsdruk rekening gehouden.
Energietransitie
Maar de beker is nog niet leeg: “De energietransitie zorgt voor een totale verbouwing van de leefomgeving in Nederland”, zei Ingrid Thijssen, nu nog bestuursvoorzitter van netwerkbeheerder Alliander (en over enige tijd de eerste vrouwelijke voorzitter van VNO-NCW), bij de presentatie van de jaarcijfers onlangs.
Martin Sommer citeerde afgelopen zaterdag in zijn wekelijkse column in de Volkskrant zonne-energiedeskundige Co Wilders (geen familie, vermeldt hij er maar nadrukkelijk bij), die ook nog lid is van GroenLinks (ook dat moet je er tegenwoordig kennelijk bij zeggen): “Het is bizar dat dezelfde mensen die zich geweldig druk maken over stikstof en natuurgebieden, nergens te bekennen zijn als het boerenland straks wordt volgeplempt met zwaar gesubsidieerde zonnepanelen. Want dat gaat gebeuren.”
Verrommeling
Over de verrommeling van Nederland schreef ik – vier jaar geleden al weer – een column op OpinieZ. Volgens Sommer berekende Co Wilders dat “als we de hele transitie met wind zouden doen, ruwweg 80 procent van Nederland wordt overdekt met windmolens. Met zonnepanelen zou het ruimtebeslag bescheidener zijn – slechts 37 procent van het landoppervlak zou schitteren als zonneweide.”
Tel je zegeningen met dat klimaatakkoord, zou ik zeggen.
Heilsboodschap
Nergens blijkt dat het kabinet bezig is om de gevolgen van de als heilsboodschap verkondigde energietransitie en van de miskende bevolkingsgroei voor het leefklimaat, voor de bebouwde omgeving en voor het landschap in kaart te brengen en om tot een zorgvuldige afweging van vaak concurrerende claims op de schaarse ruimte te komen.
Ruimtelijk beleid
Dat was in het verleden wel eens anders: “Ruimte is in grote delen van Nederland een schaars goed geworden”, zo luidde de befaamde openingszin van de Oriënteringsnota Ruimtelijke Ordening (1973). Hiermee begon het kabinet Den Uyl aan een krachtig sturend ruimtelijk beleid om negatief geachte ontwikkelingen rond bevolkings- en mobiliteitsgroei, stedelijke uitbreiding, werkgelegenheidslocaties en de kwaliteit van het landelijk gebied tegen te gaan en in goede banen te leiden. Er zou nog een aantal deelnota’s (Verstedelijkingsnota, Nota Landelijke gebieden), een Vierde Nota Ruimtelijke Ordening en een Vierde Nota Extra (VINEX) volgen.
VROM
Met alle kritiek die daarop mogelijk is: lange tijd is onder regie van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) het dichtslibben van open ruimte voorkomen en het landschap voor verrommeling gevrijwaard gebleven. Wie nu om zich heen kijkt ziet een wanordelijk woud aan windmolens, hoogspanningsleidingen, uitdijende woongebieden, ‘verdozing’ in het voorheen open gebied en rommelige, armetierig vormgegeven kantoorlocaties langs snelwegen.
Soms kan een beetje centrale sturing – en visie – geen kwaad. Ik vrees dat die niet uit die ‘Catshuis-sessie’ zullen komen.
Hoop
Maar er is nog een sprankje hoop. De Tweede Kamer nam dinsdag 3 maart – met nipte meerderheid, maar toch – een motie aan van de leden Nijboer (PvdA) en Ronnes (CDA): “Om het woningtekort aan te pakken moet het volgende kabinet weer een minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (Vrom) krijgen”. We zullen dus zeker moeten wachten op de uitkomsten van de volgende kabinetsformatie voordat we iets van samenhangend ruimtelijk beleid zullen zien.