Opiniez.nl
Overwinning BBB: een niet mis te verstane boodschap
Het roer moet om, de maat is vol
Titelfoto: Caroline van der Plas door Roel Wijnants, CC BY-NC 2.0
Het bleef nog lang onrustig in de media: de verkiezingszege van BBB leidde tot ongeloof, verbazing en ook tot schaamteloos minachtende reacties. Van alles werd erbij gesleept om de enorme overwinning van BBB terug te brengen tot een schamper ‘boerenprotest’. Maar de kiezer heeft een enorme klap aan de coalitie uitgedeeld die niet zonder gevolgen mag blijven, schrijft Freek van Beetz.
De NRC ging op safari in Amsterdam-Noord (“In de stad zijn we ons er vaak als eerste van bewust wat belangrijk is in de wereld”) en liet een vertegenwoordigster van de linkse elite aantekenen: “Vreselijk (…) Stel dat ze aan de macht komen. Gaat die boerenpartij dan meepraten over enorm complexe problemen in de samenleving?”(…) ”Echt rampzalig.”
Maar vooral columnisten in de Volkskrant lieten van zich horen: het dedain voor mensen buiten hun bubbel spatte uit de pennenvruchten van Marcia Luyten, Bert Wagendorp en Sander Schimmelpenninck. Gelukkig werden ze op weergaloze wijze neergesabeld door de niet genoeg te prijzen Arthur van Amerongen in HP/De Tijd.
De ‘boerenprotesten’
Tot nu toe werd er vooral schamper gedaan over ‘de boerenprotesten’: mensen uit de regio die de tekenen van de nieuwe tijd niet hebben verstaan, die de natuur verwoesten en met de rug naar de toekomst staan. Tal van deskundigen – die hebben we hier in overvloed – zien een onterecht terugverlangen naar een tijd en een samenleving op het platteland die al lang verdwenen zijn. Weer anderen ontwaarden een gewiekste kongsi tussen de almachtige agro-industrie en een reclamebureau: deze protestbeweging van onbegrepen en veronachtzaamde bewoners van buiten de Randstedelijke bubbel zou het product zijn van uitgekookte reclamejongens (alsof D66 en PvdA nooit een reclamebureau te hulp riepen om hun boodschap aan de man te brengen.) Journalisten praten elkaar vooral na als ze beweren dat BBB op een achternamiddag in elkaar geknutseld zou zijn.
Het duurde enige tijd tot duidelijk werd dat het hier niet om een oprisping van een stel ‘boze boeren’ ging, maar dat een niet mis te verstane boodschap is afgegeven: het roer moet om, Den Haag moet niet zenden, maar luisteren. Regeren is wat anders dan het afvuren van oekazes en over elkaar heen buitelende regelgeving.
Onheilspellend stil
De nasmaak van dedain en onbegrip zal nog wel even bij ons blijven. Werden we in de sociale media nog tot aan de sluiting van de stembussen door D66, GroenLinks en PvdA met een stortvloed aan irritante, opdringerige mailtjes gemaand om toch vooral op deze progressieve partijen te stemmen (de ‘natuur staat op instorten’, ‘de planeet moet gered worden’, het is al ‘vijf over twaalf’), veel kiezers werden niet overtuigd door dit soort onheilstijdingen en kozen tot verbijstering van de boodschappers anders.
Na de feestvreugde bij GroenLinks en PvdA (‘maak ons samen de grootste’) is het daar onheilspellend stil geworden: met de verwachte 14 zetels, net zoveel als in de huidige Senaat, steekt hun ‘zege’ toch wel bleekjes af tegen de 17 van BBB. De aangerukte feesttaart ter viering van de overwinning werd toch wat voorbarig aangesneden. De vreugdevolle opening van De Volkskrant, op 16 maart, was volkomen misplaatst.
Nu is het grote wonden likken begonnen, vooral bij het CDA.
Publieke dienstverlening verdwenen
In 2019 schreef ik, naar aanleiding van een reis door Frankrijk, een column over de in de steek gelaten burger. We bezochten toen een feest in een klein Frans dorp, dat met slechts een paar honderd inwoners toch nog over een feestzaal en een eigen gemeentehuis beschikte. De hechte dorpsgemeenschap vierde feest: jong en oud, burgemeester, boeren en buitenlui (vrienden van ons waren in dat dorp neergestreken); er was gebakken, gekookt en er werd gedanst.
Vermarkt
In mijn eigen ‘dorp’ (25.000 inwoners) is het politiebureau al jaren geleden gesloten. Onze openbare veiligheid wordt vanuit een naburige gemeente verzorgd. De plaatselijke vrijwillige brandweer (één van de oudste van ons land), die nog maar enkele jaren geleden haar 300-jarig (!) bestaan vierde, is inmiddels ook uit ons dorp verdwenen. De brandweer zal voortaan uitrukken vanuit een nieuwe brandweerkazerne in de naburige grote stad. Dat het postkantoor al lang geleden de deuren sloot is in Nederland inmiddels een gegeven. En zo verdween de publieke dienstverlening in Nederland geleidelijk aan overal uit het zicht van de burger. Openbare nutsbedrijven, voorheen in handen van lokale en regionale overheden, zijn ‘vermarkt’. De dienstverlenende instanties zijn opgelost in een digitaal universum en hebben zich verschanst achter geautomatiseerde systemen, met telefonische wachttijden, keuzenummers, voorgeprogrammeerde antwoorden en chatprogramma’s. Met heel veel moeite krijg je nog een ‘echt mens’ te spreken.
In kleine dorpen buiten de Randstad verdwenen scholen, winkels en cafés; voorzieningen die het niet konden bolwerken of niet voldeden aan landelijke normen, maar die tot dan toe gemeenschappen dienden en bijeenhielden. Er kwamen wel – ongevraagd – windturbines, weiden vol zonnepanelen en asielzoekerscentra. En boeren en bedrijfsleven werden overstroomd met steeds nieuwe, soms elkaar tegensprekende oekazes uit Den Haag en Brussel. Maar eens is de maat vol en dat hebben we bij de laatste verkiezingen gemerkt.
Etaleren van politieke onmacht
Tijdens dat verblijf in Frankrijk las ik de H.J. Schoo-lezing van Wopke Hoekstra in 2019. Hij sprak daar over de ‘middenklasse’, die bedreigd werd door economische onzekerheid en politieke en maatschappelijke spanningen. Die onzekerheid vond volgens Hoekstra ook haar wortels in “het etaleren van de politieke onmacht”. De Bulgaarse filosoof Ivan Krastev citerend zei hij: “Waarom zou die burger op iemand stemmen als die voortdurend uitlegt dat hij wel anders wilde, maar niet anders kon: omdat het moest van Brussel, of omwille van de coalitie, of omdat de doorrekeningen nu eenmaal zo waren?”
Schijnwereld
Had hij daar maar naar gehandeld, want juist dát is in overvloed gebeurd in Den Haag; jarenlang verontschuldigden politici hun handelen met verwijzingen naar Brussel, regeerakkoord, rechter, of de uitkomsten van modellen: de schijnwereldvan de beleidsmakers en modellenbouwers. Als ze zich bij het CDA (en de andere coalitiepartijen) gaan beraden over de desastreus verlopen verkiezingen zouden ze zich moeten afvragen: waarom hebben we ons dit niet ter harte genomen? Waarom denken we dat we de burger meekrijgen “als we het ze maar goed uitleggen”? En waarom hebben we ons nooit afgevraagd: “Waar is de overheid als je die als burger nodig hebt? Kortom: hebben we die benarde burger niet zelf in de steek gelaten?
Politici: doe waarvoor je gekozen bent
Ik schreef in mijn column toen: “Bestuurders zijn geen doorgeefluik van oekazes uit Brussel en Den Haag. Het gaat om gekozen politici; anders kun je op hun stoelen gewoon volgzame bureaucraten plaats laten nemen.”
Dus politici, doe waar jullie voor gekozen zijn: kies voor een doordacht beleid dat rekening houdt met gewijzigde omstandigheden, los de zelf gecreëerde problemen nu eindelijk eens op en herstel een zorgvuldige afweging van belangen en concurrerende aanspraken op onze steeds schaarser wordende ruimte. Dat geldt nu vooral voor dat ondoordachte stikstof- en klimaatbeleid. Maar misschien zit daar dan nu toch beweging in: de klap die de kiezer aan de coalitie heeft uitgedeeld mag niet onbeantwoord blijven.
Vond je dit artikel goed? Steun Freek van Beetz via pinchas.backme.org.