Opiniez.nl

Versplintering politiek landschap biedt toch nieuw perspectief

Wisselende bondgenootschappen in plaats van achterkamers

TitelfotoDe Media door Gerard StolkCC BY-NC 2.0.

In de opiniepeilingen is het CDA al flink gekrompen na het vertrek van Pieter Omtzigt. Daarmee zijn op de VVD na alle klassieke partijen ineengeschrompeld: het brede midden bestaat niet meer. Toch worden tal van functies nog ingevuld met leden van deze partijen. Maar misschien biedt de versplintering van het politieke landschap ook nieuwe perspectieven, schrijft Freek van Beetz.

Is met het vertrek van Pieter Omtzigt uit het CDA de formatie van een nieuw kabinet – naar verwachting Rutte IV – op een dood spoor beland? Binnenhofwatchers denken nog steeds dat de vorming van een kabinet met het aangeslagen CDA mogelijk is, met hetzij de ChristenUnie dan wel met de PvdA, al dan niet in combinatie met GroenLinks. Want met de Alleingang van Omtzigt zijn vrijages met Volt of met JA2 niet meer aan de orde: zelfs met één van deze twee splinters is er voor VVD, D66 en CDA geen meerderheid van 75+ in de Tweede Kamer te vinden.

 

Moeras

Wordt dan toch aangestuurd op een kabinet over links, dus met de combi van PvdA en van het bijna gehalveerde GroenLinks, het filiaal van Greenpeace, Oxfam Novib en de Moslimbroederschap?
Sehen muss ich, Blinde Maupie”, zou wijlen mijn wijze grootmoeder gezegd kunnen hebben: eerst zien, dan geloven. Er zijn columnisten, zoals Nausicaa Marbe, die maar één uitweg uit dit moeras zien: nieuwe verkiezingen. Daar zou ik ook toe neigen, maar mijn oordeel doet er niet toe en de vraag is trouwens of VVD en D66 hier wel heil in zien.

 

 

Onaangetast

De huidige comfortabele positie van deze partijen kan op de tocht komen te staan als de kiezers zich straks opnieuw kunnen uitspreken, al denk ik zelf dat de VVD nog het minst te vrezen heeft als Rutte aanblijft als lijsttrekker. Zijn positie lijkt me vooralsnog onaangetast. Ik zie niet zo gauw een kansrijke opvolger: de VVD heeft verzuimd een veelbelovende opvolger achter de coulissen te duwen. Daar stonden nu toch vooral water- en tassendragers: weinig politici en bestuurders met een indrukwekkend brede maatschappelijke ervaring.

En ik heb zo’n idee dat het profiel van de bij D66 met veel bombarie binnengehaalde ‘redster des vaderlands’, Sigrid Kaag, inmiddels aardig is afgebladderd. Haar mantra’s: ‘het gaat om de inhoud’, ‘om ambitie’, ‘om nieuw leiderschap’ begonnen al snel hol te klinken. “Gemeenplaatsen zijn gemene plaatsen,” zei de inmiddels vergeten schrijver Sybren Polet ooit.

 

 

Ingesleten formule

Met de aanwijzing van informateur Hamer (PvdA) is een beproefde, maar ingesleten formule uit de kast gehaald: een parade van ongekozen vertegenwoordigers van belangengroepen, lobbyisten en zaakwaarnemers kreeg belet in de Stadhouderszaal. Corporatief Nederland ging als vanouds aan het bekokstoven. Alsof er een SER-advies moet worden opgesteld.

Ondertussen probeert Hamer de geesten rijp te maken voor een kabinet dat naar links overhelt en waar de kiezer in maart duidelijk geen trek in had, maar ja, wie stoort zich in de Haagse bubbel nog aan de kiezer? Die mag eenmaal in de vier jaar zijn/haar zegje doen en moet vervolgens toekijken hoe in de Haagse Kringen de verheven idealen moeiteloos worden ingewisseld, bijgevijld en onderling de baantjes worden verdeeld.

 

 

Beleidsfabriek

En ondertussen draait de Haagse beleidsfabriek door: op de departementen liggen de bouwstenen voor het komende regeerakkoord vast al klaar: daar zijn de lijntjes met de ‘bekokstovers’ kort. Ik heb al eens eerder uit de doeken gedaan hoe in mijn ambtelijke tijd wij op het departement de agenda voor de komende bewindsman al hadden opgeschreven en uitgewerkt, nog voordat deze aantrad. De goede man hoefde bij binnenkomst alleen nog maar bij het kruisje te tekenen.

 

Build Back Better

Uit alle verhalen wordt duidelijk dat het kabinet zich vooral wil gaan richten op wat als ‘de grote uitdagingen’ wordt aangeprezen: klimaat, stikstof, hervorming van de economie: Build Back Better. De Covid-pandemie zou een mooie aanleiding zijn om deze vraagstukken nu eens grondig aan te pakken. Inmiddels blijkt dat de economie zich verrassend snel herstelt. Opnieuw hebben doemdenkende economen het bewijs geleverd dat ze beter zijn in verklaren dan voorspellen.

Met andere woorden: als de economie zich zo verrassend uit het moeras weet op te trekken, hoeveel kostbare beleidsimpulsen en overheidsinterventie zijn dan nog vereist? Of gaat het er nu vooral om van de gelegenheid gebruik te maken om de economie en de samenleving in een keurslijf te persen, te resetten?

Maar het zijn juist deze thema’s waarin de ‘bekokstovers’ zich met elkaar verbonden weten en dat is waarschijnlijk de achtergrond van de vrijages met PvdA en GroenLinks. Die hebben hun linkse idealen ingewisseld voor de klimaat- en stikstofagenda met voor Nederland onzinnige doelen en ijkpunten.

 

 

Versplintering

Maar wat betekent het vertrek van Omtzigt uit het CDA voor de politieke verhoudingen en voor de rol van de volksvertegenwoordiging? In elk geval zet de versplintering door. De Tweede Kamer zal straks maar liefst negentien fracties tellen en de voorheen grote politieke partijen die in Nederland de dienst uitmaakten, het brede midden, zijn ineen geschrompeld. De ideologieën die ooit kiezers uit verschillende sociale geledingen met elkaar verbonden zijn verdampt; politieke partijen zijn verworden tot marktplaats van lobbyisten, vrijgestelde hobbyisten en baantjesjagers. En van die baantjes zijn er nogal wat.

 

Baantjescarroussel

Voor tal van functies, die in de meeste democratieën via verkiezingen worden vervuld, kent Nederland politieke benoemingen: de burgemeesters, de Commissarissen van de Koning, bestuurders en leden van het woud aan adviesorganen en van besturen in de semipublieke sfeer. Dat zijn allemaal banen die gevuld worden met leden van de partijen die hier decennialang de dienst uitmaakten, maar zich daar nu niet meer op kunnen voorstaan. De PvdA is duidelijk oververtegenwoordigd en als de voortekenen zich niet bedriegen, geldt dat voortaan ook voor het CDA.

 

 

Zwalkend CDA

Ik hoorde op Radio1 weer tal van deskundigen en bestuurders die meenden dat het CDA weer de partij van het midden moet worden, links van de VVD, alsof daar nog ruimte is. Ze zouden het trouwens beter aan de kiezer kunnen vragen: een naar het midden, of links van het midden positionerende Christendemocratische partij laat juist ruimte voor rechts: dat heeft Duitsland laten zien en ook hier heeft het zwalkende CDA ruimte op rechts laten ontstaan. De middenstanders buiten de Randstad hebben nu eenmaal weinig op met de bevlogen dominees van de VU.

Lange tijd konden die middenpartijen pronken met de claim dat ze ‘de puike bestuurders’ leverden. Recente ervaringen rond corruptie, wanbestuur en dilettantisme hebben deze claim gelogenstraft. Partijen hebben nauwelijks nog voldoende leden om die talrijke politieke en maatschappelijke functies met deskundigen te vullen.

 

 

Nieuwe perspectieven

Misschien opent de versplintering die zich nu voltrekt nieuwe perspectieven: politieke besluitvorming zal steeds meer het karakter krijgen van onderhandelingen in de politieke arena, in de Tweede Kamer, en minder in de achterkamers en op de partijbureaus. Kleine partijen zullen het moeten hebben van het aangaan van bondgenootschappen per onderwerp, zoals ook Caroline van BBB voornemens is dat te gaan doen: de behandeling van bepaalde onderwerpen en dossiers uitwisselen met gelijkgestemden binnen de Kamer. In de negentiende eeuw kenden we nog geen politieke partijen en zochten ook de volksvertegenwoordigers steun bij geestverwanten, per onderwerp of thema.

Ook het kader voor bestuurlijke functies zal in de toekomst misschien meer dan ooit buiten de gestaalde partijkaders moeten worden gezocht, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven. Buiten de partijpolitiek lopen vast goede bestuurders rond die zich niet willen laten binden aan politieke partijen.

Of dat zegenrijk is zal moeten worden afgewacht, maar de oude tijden keren niet weerom, denk ik. Onze democratie is aan revisie toe.