Opiniez.nl

Zomerrellen: cliché-verklaringen en welzijnsjargon

Media en bestuurders negeren rol cultuur en opvoeding

‘Autochtone’ jongeren die met Marokkaanse vlaggen zwaaien rellen er dezer dagen lustig op los. De media halen weer alle clichés van stal om dit te verklaren: hitte, verveling, armoede enzovoort. Decennialange geldstromen en allerhande beleid hebben blijkbaar geen enkele zin gehad. Dan kan het niet anders of de belangrijkste factoren worden over het hoofd gezien: die achter de voordeur, concludeert Freek van Beetz.

Ze moeten bijna allemaal wel door een gesjeesde dominee geschreven zijn, die commentaren van de NRC. Terwijl we al dagenlang rellende jongeren zien met een voorkomen dat onmiskenbaar duidt op Noord-Afrikaanse afkomst, zowel aan de Belgische kust als in Den Haag en Utrecht (en onlangs dus kennelijk ook in Amersfoort), put de commentator in de NRC zich uit in tot op de draad versleten clichés: “De etnisch geprofileerde jeugd loopt in deze overspannen zomer tegen extra beperkingen op. Discriminatie, weinig te besteden (NB: hoe komen ze eigenlijk aan die scooters?), snel negatief aangekeken, weinig collectieve voorzieningen. Dan kan een politiebusje als geroepen komen.”

 

Platgetreden paden

Ook Nu.nl kiest de platgetreden paden: ”Volgens jeugdwerkers en experts was het wachten op problemen door maanden verveling, de hittegolf en de aanhoudende coronacrisis.” Je mist in dit rijtje alleen nog die eb-en-vloed-verklaring waar de Belgische tv mee op de proppen kwam….

Maar het lijstje ‘cliché-mannetjes’ is nog niet uitgeput. Afgelopen maandagavond 17 augustus schoof de Haagse politiechef Van Musscher aan bij Jinek. Niet alleen baarde hij opzien – en vooral ook ongeloof – door de relschoppers te duiden als autochtonen: “In de eerste twee nachten hebben we vooral autochtone jongeren daar gezien.” Terwijl iedereen die naar de beelden heeft gekeken toch vooral herkenbare jongeren zag (door de politie veelal omzichtig omschreven als ‘licht getint’) die ook nog ostentatief wapperden met Marokkaanse vlaggen.

 

Wegkijkverklaringen

Zijn wegkijkverklaringen werden weersproken door zijn Utrechtse collega Sitalsingh en vooral door de politiemensen die het vuile werk daar moesten opknappen: die konden er geen begrip voor opbrengen dat aangehouden jongeren meestal al binnen een dag weer op straat stonden. “Nu is het dweilen met de kraan open terwijl we in veel gevallen vaak precies weten welke jongeren voor de grootste problemen zorgen”, zei een agent uit Utrecht, die ook bevestigde dat de initiatiefnemers van de onlusten in overgrote meerderheid jongeren van Marokkaanse komaf zijn die al vaker met de politie in aanraking zijn gekomen. “Degenen die voor de meeste problemen zorgen staan bij ons gewoon via cameratoezicht op beelden. We kennen die gasten uit onze wijk en we zouden ze ’s ochtends gewoon van hun bed kunnen lichten. In plaats daarvan moeten we ’s nachts achter ze aan rennen.”

 

Welzijnsjargon

Maar het kan nog erger: politiechef Van Musscher hulde zich, gevraagd naar zijn verklaring over de onlusten in de Schilderswijk, in een nevel van tenenkrommend welzijnsjargon; alle clichés over achterstanden, discriminatie, klein behuisd, verveling, kortom alle versleten excuses passeerden de revue. Ondertussen hadden de kijkers de beschamende beelden op hun netvlies met voor straattuig wegvluchtende politiemensen ….Die verwachten geen verhullende welzijnswerkerspraatjes, maar een politie die – in de openbare ruimte – daadkracht toont.

Waar komt die angst om de feiten onder ogen te zien toch vandaan? Vanwaar die “vergoelijkingsreflex met excuses voor het crimineel gedrag van het wit en zwart uitschot?” schreef de N-VA-politicus Jean Marie Dedecker. “Het is een laffe overheid die de straat laat zegevieren“.

 

Lang bestaande problemen

Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw zag criminoloog en antropoloog Hans Werdmölder in het buurthuis waar hij als vrijwilliger werkte, tientallen ‘lastpakken’ met een Noord-Afrikaanse afkomst afglijden richting criminaliteit. Zijn bevindingen werden in het politiek correcte klimaat van die jaren – ook toen al – genegeerd. Voor zijn boek Marokkanen in de marge – Ontspoorde levens van kleine criminelen (2015) zocht hij, een paar decennia later, de pubers van destijds weer op. Met één derde is het goed gekomen, de rest is verslaafd en crimineel, gestoord of dood, stelde hij vast.

Ik kreeg destijds in mijn Haagse jaren ‘beleidsmatig’ te maken met de roemruchte rellen op het August Allebéplein in Amsterdam-West. Na een ogenschijnlijk onschuldig incident sloeg daar in april 1998 de vlam in de pan: de legendarische ‘veldslag’ tussen zo’n 150 voornamelijk Marokkaanse jongeren en de politie. Een commissie onder leiding van voormalig Stadsdeelwethouder en voormalig GroenLinks-Kamerlid (fractievoorzitter) Peter Lankhorst kwam met een rapport met maar liefst 56 aanbevelingen. Wat mij toen vooral opviel was dat daar al sinds de jaren tachtig sprake was van ernstige problemen.

 

Veenbrand

Elk weekend werd daar ingebroken in scholen. De talloze gesubsidieerde welzijnsinstellingen, allemaal bureautjes met een begroting, met coördinatoren, welzijnswerkers en secretaressen, werkten volstrekt langs elkaar heen. Ook binnen de Marokkaanse wereld wemelde het van onderling ruziënde organisaties — liberaal, religieus, ruraal, Berbers, Arabisch.

De veenbrand smeulde al een jaar of vier, constateerde de Groene Amsterdammer, die vijf jaar later poolshoogte ging nemen. Er waren positieve ontwikkelingen: dankzij de ketenbenadering werd er veel beter gecommuniceerd door instellingen die elkaar vroeger niet zagen staan. Ook de politie, stelde het weekblad vast, heeft met een combinatie van repressief en sociaal beleid successen geboekt en dankzij de buurtregisseurs ook veel krediet teruggewonnen. Maar de journalisten moesten toch ook constateren dat in de zomer en herfst van 2003 het nieuws in Amsterdam werd bepaald door de criminele Marokkanen uit West…..

 

Taboe

De eerder genoemde Werdmölder had al vastgesteld dat onder Marokkaanse jongeren de criminaliteit vijf tot zes keer zo hoog was als onder autochtonen; zeventig procent van de Amsterdamse jongeren was toen bekend bij de politie; in 1998 waren er 75 instellingen die zich met Marokkaanse probleemjeugd bezighielden en iedere stad had ondertussen zijn eigen onderzoek gedaan; schooluitval onder Marokkaanse jongeren was meer dan twintig procent.

Als dat toen al kon worden vastgesteld, waarom is er, enkele generaties ‘jongeren’ later, dan zo weinig veranderd? Waarin schoten al die beleidsmaatregelen tekort? Waarom boden al die miljoenen steun aan die ‘kansenwijken’ geen soelaas? Misschien omdat er een groot taboe heerst: namelijk cultuur en opvoeding, achter de voordeur.

 

Mijnenveld

Ik besef dat ik hier een politiek mijnenveld betreed: het is immers gemakkelijker de schuld te zoeken in sociaal-economische omstandigheden, huisvesting, achterstelling, hitte en verveling, maar dat zijn ontoereikende verklaringen: immers veel andere jongeren, ook met deze migratieachtergrond, gaan zich niet te buiten aan vernielzucht en gevechten met de politie.

“Hitte, verveling, werkloosheid en (relatieve) armoede: het zal allemaal een rol spelen bij de rellen. Maar natuurlijk speelt – net als eind jaren negentig is dat entre nous nog steeds taboe om te benoemen – opvoeding een minstens zo grote rol”, schrijft Aylin Bilic in een voor de NRC opmerkelijke column van 19 augustus.

 

Mannelijkheid

Zij windt er geen doekjes om en schrijft dat in veel conservatief-islamitische kringen jongens opgroeien met het besef dat ze superieur zijn aan meisjes. Dat hun mannelijkheid en eer heilig zijn. En dat de islam dé lakmoesproef is voor goed en fout in het leven. Voor niet-islamieten hoeven ze geen respect te hebben, laat staan ontzag. En dat geldt niet in de laatste plaats voor de staat en het recht, die niet in de Koran gefundeerd zijn, en dus goddeloos. De oorzaak van problemen onder de allochtone jeugd is geen kwestie van economie óf cultuur. Het is economie én cultuur. Die twee kunnen elkaar versterken, juist in tijden van crisis zoals nu. Ik vrees dat dit nu ook aan de hand is met de huidige geweldsuitbraken, stelt Aylin Bilic.

 

Daarom zijn al die cliché’s zo ergerniswekkend: die gaan voorbij aan decennialange geldstromen en beleidsmaatregelen, specifiek gericht op achterstandswijken, op vergroting van kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Maar die hielden halt bij de voordeur waarachter die opvoeding plaatsvindt… al generaties lang ….

Maar dat ligt kennelijk te gevoelig voor al die ‘spraakmakers’ in de media…